achtergrond
Hoewel hij geen religieuze man was in de traditionele zin, had Brahms een diepe belangstelling voor religieuze en filosofische teksten, die hij vaak gebruikte als inspiratie voor zijn muziek. Voor dit werk gebruikte hij vier teksten uit het Boek Job, de Klaagliederen van Jeremia, de Brief van Jakobus en het koraal “Mit Fried und Freud” van Maarten Luther.
Brahms zet “het grote waarom” krachtig in met twee uitbarstingen over “warum” (“waarom?”), eerst luid, dan plotseling zacht. Het werk opent met een vraag die de toon zet voor het hele werk: “Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen?” (Waarom is het licht gegeven aan de ellendigen?). Dit thema van existentiële twijfel en lijden wordt muzikaal versterkt door Brahms’ gebruik van donkere harmonieën en dissonante akkoorden. Het koor zingt in een homofone textuur, wat de ernst en de urgentie van de vraag benadrukt. In het tweede deel, Lasset uns unser Herz, wordt de sfeer iets lichter, hoewel de onderliggende melancholie blijft. Het derde deel, Siehe, wir preisen selig, brengt een kort moment van verlichting. De muziek is hier helderder en optimistischer, met een ritmische puls en een harmonische taal die meer consonant is. Het motet eindigt voor de woorden Mit Frieden und Freude, waarna het koraal op de tekst van de hymne van Maarten Luther start. De stemmen komen samen, wat een gevoel van resolutie en afsluiting biedt.
Programma
Johannes Brahms (1833-1897) Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen?, opus 74 nr. 1 voor koor a capella
liedtekst
Warum ist Licht gegeben dem Mühseligen und das Leben den betrübten Herzen? Warum?
Die des Todes warten und kommt nicht und grüben ihn wohl aus dem verborgenen;
die sich fast freuen und sind fröhlich, daß sie das Grab bekommen. Warum?
Und dem Manne des Weg verborgen ist, und Gott vor ihm denselben bedecket? Warum?
Lasset uns unser Herz samt den Händen aufheben zu Gott im Himmel.
Siehe, wir preisen selig, die erduldet haben.
Die Geduld Hiob habt ihr gehöret, und das Ende des Herrn habt ihr gesehen;
denn der Herr ist barmherzig und ein Erbarmer!
Mit Fried und Freud ich fahr dahin, in Gottes willen,
getrost ist mir mein Herz und Sinn, sanft und stille.
Wie Gott mir verheißen hat, der Tod ist mir Schlaf worden.
uitvoerenden
Cappella Amsterdam
Daniel Reuss dirigent