Blog & News

Peter Vigh over Zeven jaar en drie weken

‘Alsof er constant een lichtstraal tussen hen heen gaat’

Voor zijn nieuwe werk Zeven jaar en drie weken liet componist en saxofonist Peter Vigh zich inspireren door het aangrijpende levensverhaal van Leo en Bella Adler — een Joods echtpaar dat dankzij de hulp van Jan Zwartendijk wist te vluchten voor de Holocaust. Het werk is geschreven voor kamerkoor en saxofoonkwartet en vormt het muzikale hart van de voorstelling De rechtvaardigen, een samenwerking tussen Cappella Amsterdam, chef-dirigent Daniel Reuss, het Berlage Saxophone Quartet en Jan Brokken.

“Bij het verhaal van Leo en Bella viel me vooral de religieuze verbinding op die ze met elkaar en hun geloof hebben,” vertelt Vigh. “Het onvoorwaardelijke vertrouwen in het leven en in hun wederzien is iets mysterieus en werkt inspirerend.”

Naast deze spirituele verbondenheid bood hun reis door het leven en over de wereld Vigh ook volop ruimte voor muzikale verbeelding. Hij werkte met citaten uit Joodse gebeden, geografische verwijzingen en een afwisseling van realistische scènes en meer droomachtige lagen. In het hart van de compositie staat echter de liefde van Leo en Bella: een onverwoestbare band die hen zeven jaar en drie weken scheidde, maar nooit brak.

“Ik heb geprobeerd dat meta-niveau als een soort schittering van klank door het hele stuk heen te weven,” zegt Vigh. “Alsof er constant een soort lichtstraal tussen hen heen gaat.”

Van detail naar klank

Vigh benadert het componeren als een proces van verinnerlijken en vertalen. “Ik heb het verhaal op me in laten werken. Veel details die me opvielen, heb ik omcirkeld en vastgehouden. Juist die details kun je muzikaal uitvergroten.” Zo klinkt aan het begin van het stuk een fragment van het bruiloftslied dat Leo en Bella zongen, wordt Bella’s verblijf in een Russisch strafkamp begeleid door het Ha Lachma Anja uit de Joodse Pesach-traditie en duikt er zelfs een dreigende SS-stem op.

De stemmen van het koor nemen verschillende rollen aan: “De ene keer zingen ze de plaatsen waar Leo en/of Bella zijn, een ander moment veranderen de mannen letterlijk in Leo en de vrouwen in Bella,” vertelt Vigh. “Ik vond het belangrijk dat het koor zich als het ware transformeert in het verhaal.”

Tussen stemmen en saxofoons

De samenwerking tussen koor en saxofoonkwartet is geen toeval. “Het saxofoonkwartet en een kamerkoor hebben veel van elkaar weg: homogeniteit en transparantie. Dat inspireert.” In Zeven jaar en drie weken vloeien beide werelden regelmatig in elkaar over, al staat er soms ook scherp contrast tegenover elkaar.

Omdat hij zelf meespeelt in de uitvoering, kon Vigh tijdens de repetities direct toetsen wat werkt. “Alle vragen beantwoorden en dingen voor kunnen doen helpt bij het eindresultaat,” zegt hij. “Of het anders is als ik niet meespeel? Ik geloof het niet. Maar het maakt het proces wel directer.”

Muziek als herinnering

Zeven jaar en drie weken is geen reconstructie van een historisch moment, maar een evocatie van liefde, hoop en herinnering. “Ik merkte dat ik op een bepaald moment wat voorzichtig werd,” bekent Vigh. “Omdat je voelt dat de kwetsbare verhalen waar zoveel pijn onder zit met aandacht en compassie gebracht moeten worden. Maar die voorzichtigheid sloeg op een bepaald moment om. Ik heb geprobeerd juist alle extreme gevoelens van onmacht, wanhoop tot geluk te laten passeren en zelf te doorvoelen. De zangstemmen zijn daarvoor het ideale instrument.”

Waar de eerste helft van De rechtvaardigen vooral focust op Jan Zwartendijk en zijn uitzonderlijke daad van rechtvaardigheid, biedt Vighs muziek ruimte voor wat die daad betekende voor de mensen die hij hielp. “De tekst van The Fruit of Silence sluit mooi aan bij Zwartendijks waardigheid. In mijn oratorium heb ik vervolgens een levensverhaal kunnen verklanken. Waar in de eerste helft wordt ingezoomd op een moment waarin Zwartendijk handelde, reizen we in mijn muziek juist door een heel leven.”