
Als we het hebben over a capella muziek, bedoelen we zang die volledig zonder instrumentale begeleiding wordt uitgevoerd. Alle muzikale elementen zoals melodie, harmonie en ritme komen voort uit de stemmen van zangers. Maar waar komt deze vorm van muziek eigenlijk vandaan?
geschiedenis
De wortels van a capella muziek gaan ver terug. Sommige wetenschappers stellen zelfs dat zingen ouder is dan taal, een oervorm van menselijke communicatie. Het oudst bekende stuk vocale bladmuziek stamt uit ca. 2000 v. Chr.: een hymne uit Ugarit (nu Syrië), opgedragen aan de godin van de boomgaarden. De oudste complete vocale compositie is de Seikilos-epitaaf uit de eerste eeuw na Christus, een Grieks grafschrift op muziek
Omdat er uit deze tijd ook muziekinstrumenten zijn gevonden, is het moeilijk met zekerheid te zeggen of vocale muziek toen overwegend onbegeleid was. Wel staat vast dat het zingen zonder instrumenten aan populariteit won tijdens de middeleeuwen, mede door het verbod op instrumenten in de kapel.
"a cappella"
Onze uitdrukking “a capella” komt van het Italiaanse “a cappella” wat letterlijk betekent: “zoals in de kapel”, verwijzend naar liturgische muziekuitvoeringen zonder instrumenten. In de katholieke kerk golden tot de zestiende eeuw strikte regels: instrumenten zouden afleiden van de goddelijke boodschap. Naarmate begeleidende instrumenten wél een plek kregen in de liturgie, ging ‘a capella’ verwijzen naar de traditionele, puur vocale uitvoering van religieuze muziek. Inmiddels duidt ‘a capella’ in bredere zin elke vocale muziek aan zonder instrumentale begeleiding, religieus én seculier.
stijlen
Vanaf de late middeleeuwen ontwikkelde zich de polyfonie: meerstemmige composities waarin verschillende melodielijnen gelijktijdig klinken. Waar harmonieën voorheen werden veroordeeld als lichtzinnig, goddeloos en wellustig, en de hoorbaarheid van de woorden zouden belemmeren, werd er steeds meer vrijheid genomen om te experimenteren met meerstemmige motieven en onafhankelijke melodieën tijdens de Renaissance. Deze polyfonie van a capella-muziek, zoals dit ook wel werd genoemd, begon zich in Europa te ontwikkelen met composities van Josquin Des Prez. Omdat muzieknotatie in klassieke muziek in deze tijd ook in toenemende mate vorm kreeg, ontstond ook het beroep van componist. Naast Des Prez, schreven zo ook componisten als Palestrina en Lassus uitgebreide motetten en missen die bedoeld waren voor a capella-uitvoering. Het was echter ook niet ongebruikelijk dat deze vocale muziek werd ondersteund door instrumenten die de zangpartijen dubbelden. Dit was vaak een pragmatische keuze om de stemmen te versterken in grote ruimtes zoals kathedralen.
De toegevoegde meerstemmigheid had naast auditieve schoonheid ook een andere functie: het vergrootte de emotionele impact van de liturgische liederen. In de middeleeuwen ontstond bij de stadsbewoners de behoefte om de kerkdiensten intenser te beleven en op een meer herkenbare wijze uiting te geven aan hun geloof, waarbij meerstemmigheid in de zang van pas kwam. Dit is goed te horen in werken zoals Lagrime di San Pietro van Lassus, een cyclus van spirituele madrigalen vol verdriet en berouw dat Cappella Amsterdam in 2020 op album uitbracht. In Parijs werden verschillende stemgroepen naast meertonigheid ook gebruikt voor een taalvaardige toevoeging: de countertenoren zongen in de eigen taal, terwijl de bestaande melodielijn van de gregoriaanse tenor Latijn zong.
Ook in de Oost-Europese tradities ontwikkelde zich een rijke vocale cultuur. In de Byzantijnse ritus en de Russische orthodoxie werd liturgische muziek steevast zonder instrumenten uitgevoerd. Componisten als Tsjaikovski, Rachmaninov en Leontovitsj creëerden indrukwekkende a capella-werken, waarbij geestelijke intensiteit en klankrijkdom hand in hand gingen. Een hedendaagse echo hiervan is te vinden in Kanon Pokajanen van Arvo Pärt, ook op cd uitgebracht door Cappella Amsterdam.
wereldwijd
A capella-muziek is geen exclusief westerse traditie. In Zuid-Azië wordt bijvoorbeeld dhrupad, een klassieke zangvorm, traditioneel zonder begeleiding gezongen. In Afrika kennen we de rijke Zulu-traditie van Mbube, wereldwijd beroemd geworden door de band Ladysmith Black Mambazo. Pygmeeën zingen polyfone gemeenschapsliederen zonder instrumenten, vol overlappende melodieën.
In Oost-Azië bestaat Shōmyō, boeddhistische zang die a capella wordt uitgevoerd. Ook de Balinese Kecak-dans en de Haka van de Māori zijn voorbeelden van vocale expressie zonder instrumentale steun. Ondanks regionale verschillen bewijst dit de universele kracht en capaciteit van de menselijke stem.
Ook in het jodendom en de islam is er een sterke a capella-traditie. In de synagoge worden instrumenten vermeden op de sabbat, wat bijdraagt aan het behoud van vocale eredienstvormen. In islamitische contexten zijn nasheed (lofgezangen) en de adhaan (oproep tot gebed) klassieke voorbeelden van puur vocale muziek die tot op vandaag diepe religieuze betekenis dragen.
waarom
Wat maakt a capella muziek dan zo bijzonder? Voor componisten is het een uitdagend genre. Ze moeten creatief omgaan met vocale arrangementen en technieken om zonder instrumenten een volledige klankwereld op te bouwen. Ze benutten het volledige bereik van de menselijke stem, van diepe bassen tot hoge sopranen, en creëren vaak rijke harmonieën en subtiele dynamiek.
Zangers die a capella zingen, moeten beschikken over een uitzonderlijk ontwikkeld gehoor voor intonatie, ritme en balans. Er is geen instrumentale steun, dus samenwerking en onderling luisteren zijn cruciaal. In moderne a capella-stijlen (zoals beatboxing of vocale percussie) komt daar nog vocale flexibiliteit bij, met technieken die zelfs instrumentale klanken imiteren.
Voor luisteraars ligt de pracht in de puurheid van de stem, de verfijnde samenklank en de directe emotionele expressie. A capella-muziek draagt de kracht om te ontroeren, soms des te meer door wat ontbreekt. Het biedt een vaak intieme muzikale ervaring waarin eenvoud en complexiteit de capaciteit ruimte scheppen voor herkenning en toepassing, gedragen door niets anders dan adem, klank en menselijke verbinding.