achtergrond
Justė Janulytė is een Litouwse componiste die bekendstaat om haar innovatieve en minimalistische benadering van hedendaagse muziek. Geboren in 1982, studeerde ze compositie aan de Litouwse Academie voor Muziek en Theater en vervolgde haar studie in Milaan. Janulytė’s werk kenmerkt zich door homogene instrumentale groepen, waarbij ze zich richt op geleidelijke transformaties van klank, textuur en harmonie. Haar muziek wordt veelvuldig uitgevoerd op internationale festivals en door gerenommeerde ensembles in heel Europa, wat haar meerdere prijzen heeft opgeleverd en haar heeft gevestigd als een van de toonaangevende stemmen in de hedendaagse klassieke muziek.
De werken van Janulytė, meestal geschreven voor dichte monochrome ensembles (alleen strijkers, alleen blazers of alleen stemmen), verkennen muzikale tijd/ruimteperceptie door middel van grootschalige meerlagige texturen en uiterst geleidelijke metamorfoses. Balancerend tussen de esthetiek van minimalisme, spectralisme en akoestische elektronica componeert Justė Janulytė sonische metaforen van optische ideeën.
In haar werk ontwikkelt geluid zich als een autonoom gebeuren, met een opmerkelijke lichtheid en vloeiende energieën die geleidelijk uitgroeien tot uitgerekte harmonieën. Er is geen vaste beat of waarneembaar ritme, slechts een subtiele, trage puls die doet denken aan sommige vormen van elektronische muziek. Intensiteiten zwellen aan, vullen de ruimte, en keren dan terug naar een rust die veranderd en verstoord aanvoelt.
over de compositie
Iridescence voor koor en elektronica (2023) is een zoektocht naar een muzikale metafoor voor licht, geïnspireerd door György Ligeti’s Lux aeterna. Ligeti omschreef geluid als een oppervlakte van veranderende kleuren in termen van harmonie en klankkleur, een idee dat perfect aansloot bij het concept van iridescentie, een optisch natuurverschijnsel waarbij kleuren voortdurend wisselen. In Iridescence bewegen de koorstemmen continu in een cirkel, van de hoogste frequenties naar de laagste tonen en weer terug, waardoor een steeds complexer micro-polyfoon klanklandschap ontstaat. Het enige geluid is een zuivere golf, zoals een langzame ademhaling die organisch evolueert. De tekst, afkomstig uit Richard Brautigan’s gedicht Star Hole, wordt herhaald zonder medeklinkers, wat een melancholische, licht apocalyptische dimensie toevoegt aan het lux aeterna-thema.
La femme lumineuse
In La femme lumineuse, waarin een diversiteit aan werken van hedendaagse, vrouwelijke componisten te horen is, speelt Iridescence van Justė Janulytė een cruciale rol in de dynamiek van licht en donker, een thema dat door meerdere composities heen loopt.
Janulytė’s Iridescence, dat focust op het muzikale concept van licht, sluit thematisch aan bij werken als Gundega Šmite’s Light seeking Light en Roxanna Panufnik’s Celestial Bird, die ook licht als een symbool en muzikale metafoor gebruiken. Waar Šmite en Panufnik licht als een zoekende of hemelse kracht verkennen, legt Janulytė de nadruk op het optische verschijnsel van iriserend licht, dat voortdurend van kleur en intensiteit verandert. Haar gebruik van langzaam evoluerende harmonieën en golvende klankbewegingen voegt een bijna meditatieve, tijdloze kwaliteit toe die contrasteert met de meer ritmische of tekstuele intensiteit van andere stukken in het programma, zoals Nana Forte’s En ego campana of Kaija Saariaho’s Nuits, adieux.
De werken van Adrianna Kubica-Cypek (L’hiver) en Karin Rehnqvist (När natten skänker frid) verkennen elk op hun manier de stilte, kou, en rust van de nacht, en vormen daardoor een sterke aanvulling op het melancholische en apocalyptische gevoel van Janulytė’s compositie, waarbij de subtiele dynamiek van het koor en elektronica in Iridescence een evenwicht biedt tussen abstractie en emotie.
Gezamenlijk versterken deze stukken de thematische verkenning van licht en donker, stilte en geluid, waarbij elk werk een unieke benadering biedt, terwijl ze samen een rijke textuur en dialoog tussen de componistes creëren.