programma
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Komm, Jesu, komm (BWV 229)
Jesu, meine Freude (BWV 227)
Der Geist hilft unser Schwachheit auf (BWV 226)
Singet dem Herrn ein neues Lied (BWV 225)
Aanvullend:
Orgelpark: Pièce d’orgue (BWV 572)
Nijmegen, Delden:
Cellosuite nr. 1 in G majeur: Allemande (BWV 1007)
Cellosuite nr. 1 in G majeur: Sarabande (BWV 1007)
Cellosuite nr. 2 in d mineur: Präludium (BWV 1008)
Partita in a mineur: Allemande (BWV 1013)
uitvoerenden
Cappella Amsterdam
Daniel Reuss dirigent
Pieter-Jan Belder orgel
Maggie Urquhart bas
Robert Franenberg bas (in Utrecht, Nijmegen en Delden)
Rainer Zipperling cello
achtergrond
Met De Vereeniging in Nijmegen hebben wij een nieuwe datum gevonden: woensdag 16 februari om 20:15u.
Blijf onze website in de gaten houden voor de meest actuele informatie.
Motetten bestonden er al voor Bachs tijd, maar hij bracht een grote rijkdom in het genre aan door zijn eigen signatuur.
Bach schreef motetten voor speciale gelegenheden en ze werden vaak maar eenmaal uitgevoerd. Daarom werden ze niet goed gearchiveerd. De kans dat sommige niet bewaard zijn gebleven, is groot. Gelukkig kunnen we nog steeds van de wonderen van deze muziek genieten, zoals in dit programma. We weten niet precies hoeveel motetten Bach heeft gecomponeerd. Momenteel zijn vijf motetten onbetwist van Bachs hand. Vier van deze onbetwiste motetten voeren wij uit.
Daniel Reuss over de motetten: “Ik noem ze ook wel ‘de bijbel van de muziek’. Ik leef al zo’n veertig jaar met deze motetten, en ik kan ze wel dromen. Er zijn geen stukken die ik meer bestudeerd heb, of waar ik me meer verbonden mee voel. Ik vind het fantastisch om de werken na jaren weer te mogen dirigeren.”
Toelichting van Bachkenner Eduard van Hengel
Als Bach aan het werk gaat is het genre Motet lang over zijn hoogtepunt (Palestrina, Orlando di Lasso, 1550) heen; in de barok treden, ook in de protestantse kerkmuziek, solozang, liedvormen (koralen), homofonie en instrumentale bijdragen naar voren. Cantates zijn de liturgische hoofdmuziek geworden, met motetten verdrongen naar een bijrol in het voorprogramma, gezongen uit voortdurend herdrukte vroeg-zeventiende eeuwse bundels.
Motetten werden nog wel geschreven als gelegenheidscomposities voor begrafenissen, herdenkingen en trouwerijen, in opdracht van welgestelden met bescheiden budget en als bijverdienste voor de cantor. In die rol componeerde Bach waarschijnlijk veel meer dan de acht motetten die we nu nog van hem kennen en waarvan u er bij dit concert vier hoort. Daarmee gaf hij de achterhaalde motettraditie wel een nieuwe impuls, als het ware in blessuretijd, die er voor zorgde dat ook Mendelssohn en Brahms nog motetten componeerden.
Motetten waren ook Bachs enige composities die zich (in tegenstelling tot bijv. de cantates) in de loop van de achttiende eeuw permanent op het repertoire van de Leipziger Thomaner handhaafden; zoals bekend werd Mozart bij zijn bezoek aan Leipzig in 1789 zeer geïmponeerd door een uitvoering van Singet dem Herrn en diepgaand beïnvloed toen hij zich de partijen liet aanreiken. Al in 1802 werden Bachs motetten gedrukt. (zie ook eduardvanhengel.nl)