
Een pleidooi voor de Johannes-Passion
Iedereen kent de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach, het monumentale werk dat jaarlijks in talloze kerken en concertzalen wordt uitgevoerd. Maar hoe zit het met de Johannes-Passion? Dit stuk, eveneens van Bachs hand, werd voor het eerst uitgevoerd op Goede Vrijdag 1724 in Leipzig en wordt vaak overschaduwd door zijn jongere broer. Onterecht, want de Johannes-Passion is minstens zo indrukwekkend en verdient evenveel waardering.
Bach componeerde de Johannes-Passion als zijn eerste passie en bleef het werk gedurende zijn leven herzien en verfijnen. Dit getuigt van zijn voortdurende streven naar perfectie en zijn diepe verbondenheid met het stuk. Maar niet alleen in compositorisch opzicht is het werk bijzonder; ook de manier waarop Bach het lijdensverhaal van Christus vormgeeft, maakt het uniek.
Bach baseerde de Johannes-Passion op het Evangelie van Johannes, wat een ander perspectief biedt dan de versie van Mattheüs. Waar de Matthäus-Passion aandacht vraagt voor het menselijk lijden en de eenzaamheid van Christus, straalt de Johannes-Passion een andere kracht uit. Bach verklankt het passieverhaal niet alleen als tragedie, maar ook als overwinning. De muziek is directer, dynamischer en doordrongen van een gevoel van onontkoombaarheid, maar ook van hoop.
Symboliek en dynamiek
Het koor speelt hierin een cruciale rol. De menigte klinkt fel en onstuimig, met koorpassages die de woede en het tumult rond Jezus’ veroordeling haast tastbaar maken. De muziek stuwt de spanning op, waardoor het verhaal bijna de intensiteit krijgt van een rechtbankdrama. Toch kent de Johannes-Passion ook momenten van berusting. In de aria’s en indringende koralen komt niet alleen het lijden tot uiting, maar ook de belofte van nieuw leven, een leven na de dood. Bach laat zo, veel meer dan in de Matthäus-Passion, de goddelijke kant van Christus doorklinken: zijn lijden is niet enkel tragisch, maar draagt de belofte van verlossing in zich.
Bachs meesterlijke gebruik van muzikale symboliek versterkt deze tegenstelling. Zo verweven de hobo’s in de alt-aria Von den Stricken meiner Sünden hun melodieën op een manier die de verstrikking van zonden muzikaal uitbeeldt. De koralen bieden reflectiepunten, waarin het lijdensverhaal een bredere, spirituele betekenis krijgt. Hierdoor wordt de Johannes-Passion niet alleen een dramatische vertelling, maar ook een bezinning op Christus’ goddelijke missie.
Het is tijd om deze passie niet langer te zien als de minder bekende tegenhanger van de Matthäus, maar als een werk dat op eigen kracht schittert. De Johannes-Passion verdient het, met haar rijke symboliek, scherpe contrasten en hoopvolle boodschap, om gehoord, bewonderd en bovendien minstens net zo geliefd te worden als haar jongere passiebroer.